(NL) Jantina en Jos

Met goede taal zorg je voor de mens

Lês dit artikel yn it Frysk

Jantina is eigenaresse van It Klokhús – een ‘Beleef- en zorgboerderij’ in Osingahuizen nabij Heeg. Jos is eigenaar van Jeltehof, een ‘Dag- en zorgboerderij’ in Hommerts. Jantina en Jos horen bij de ‘Coöperatie Zorgboeren Zuidwest-Friesland’; een samenwerking van zeven enthousiaste zorgboerderijen. ”Onze missie is om een plek te bieden waar mensen zich thuis voelen, zich nuttig kunnen maken en nieuwe moed en energie krijgen.”

Dat doen ze in een omgeving van rust en ruimte. Voor een groeiend aantal mensen is een zorgboerderij een plek voor rust en herstel met aangepast werk. Zo kunnen zorgboerderijen aan een brede doelgroep zorg bieden.

‘Denk goed na over wie je bij elkaar aan tafel zet’

Jos had een melkveebedrijf en zijn vrouw Sietske werkte in het speciaal onderwijs. ”Wij zijn altijd al bezig met ‘zorgen’ en werken graag met jeugd en ouderen. Uiteindelijk besloten we om onze droom na te jagen en op ons eigen erf een dag- en zorgboerderij te starten. We zijn van oorsprong geen Friezen, maar door je in het sociale (dorps)leven te begeven pik je beide het Fries snel op. De meeste deelnemers die bij ons op de zorgboerderij komen, zijn Fries. We spreken daarom zowel Fries als Nederlands. Er komen steeds meer mensen uit het Westen die het Fries niet verstaan, daarbij merken we dat we nog beter nadenken en kijken naar welke deelnemers we bij elkaar aan tafel zetten. Wat is hun achtergrond, zorgniveau en welke taal spreken en verstaan ze. Het belangrijkste is dat je ervoor zorgt dat ze elkaar kunnen verstaan. Het zou zonde zijn als ze onderling geen connectie hebben en afhaken.”

Jantina: ”Ik ben thuis opgegroeid met een camping. Dan heb je altijd veel mensen om je heen en op je erf. Ook mensen die met pensioen zijn. Als kind was ik veel bij die mensen, even een praatje maken, een spelletje doen of een snoepje halen. Zo groei je gemakkelijk op met ‘zorgen’ en ‘luisteren’ naar anderen en is de uitspraak ‘een luisterend oor ontzorgt’ heel mooi van toepassing. Nu leveren we op ons eigen erf zorg en begeleiding aan mensen die dat nodig hebben, maar ook aan hun thuisfront die daarmee even wat lucht en ruimte krijgen.”

‘Praten in je moedertaal geeft je een veilig gevoel’

”We praten veel Fries, zo’n 70% van onze deelnemers is Fries. De andere deelnemers praten Nederlands en soms een andere taal. Ongeveer 10% verstaat het Fries niet. Daar houden we bewust rekening mee en is ons beleid dat alle medewerkers onderling Nederlands praten. Zo sluiten we mensen niet buiten en hopen we te zorgen voor een optimaal thuisgevoel.

De taal die je spreekt of kunt spreken hangt af van het ziektebeeld van de deelnemer en in welke fase de deelnemer zicht bevindt. Zo kunnen sommige deelnemers niet meer schakelen en praten ze bijvoorbeeld alleen nog Fries. Dat hoort bij hun ziektebeeld en daar houden we rekening mee, zowel tijdens het praten als bij de activiteiten. We kijken bewust naar welke deelnemers we op welke dagen hebben: wie past bij elkaar qua persoonlijkheid, activiteiten en ook qua (moeder)taal.

Zo zingen we bijvoorbeeld in het Fries én Nederlands liedjes. En kijken we veel meer naar de tijd van ‘nu’, omdat dat per doelgroep en generatie zo verschillend is. Zo hebben jongdementerenden een andere behoefte en belevingswereld dan oudere dementerenden.”

‘Sluit aan bij de belevingswereld van de deelnemers met sleutelprikkels’

”We werken volgens de ‘Böhm-methode’. Dat betekent dat je werkt volgens het inlevingsniveau en de belevingswereld van de deelnemers. Wat is hun persoonlijke levensstijl? Wat deden ze vroeger? Bij de intake vragen we daarom ook altijd naar de deelnemers hun achtergrond; waar komen ze vandaan? Hebben ze kinderen en ook kleinkinderen? Wat was ‘normaal’ voor hen? Door aan te sluiten bij deelnemers hun persoonlijke ‘psychobiografie’ zorgen we ervoor dat we deelnemers in de verschillende stadia van dementie zo veel en zo goed mogelijk activeren, een goed gevoel en een fijne dag geven.”

Jos noemt als voorbeeld dat hij eens een Engelsman als deelnemer had. ”Deze man was getrouwd met een Nederlandse. Door de dementie was hij het Nederlands volledig kwijt en praatte weer vloeiend Engels.” Bij Jantina was eens een deelnemer met afasie, waardoor hij zich niet meer kon uiten. ”We waren daarom extra blij met de psychobiografie – zijn persoonlijke verhaal en interesses – die we van hem hadden. Zo konden we met gebaren en lichaamstaal toch nog wat met hem communiceren.

Met ‘sleutelprikkels’ activeren we deelnemers. Daar gebruiken we ook taal bewust voor. Door moedertaal te gebruiken, komt je veel sneller tot de kern. Ook geven we mensen met ‘sleutelprikkels’ veel meer fysieke uitdaging. Door fysiek fitter te zijn, zorg je ook beter voor het mentale.

We laten deelnemers zoveel mogelijk hun moedertaal spreken. We zetten in op het behoud van het Fries, waarbij voor het Fries hetzelfde geldt als voor andere talen; het gaat ook om de interactie. Praat je bijvoorbeeld snel of rustig en kijk elkaar aan tijdens het praten. Ga uit van je gevoel, dat is het belangrijkste.”

Door: Tineke Witteveen

Meer informatie over beide zorgboerderijen staat op hun websites en socials:

https://www.itklokhus.nl/

https://www.jeltehof.nl/